TUSSENTIJDSE VERKIEZINGEN MAKEN OBAMA VLEUGELLAM

 

Bij de midterm elections van 4 november 2014 verliezen de Democraten zeven zetels aan de Republikeinen, waardoor Obama nu ook zijn meerderheid in de Senaat kwijt is met 45 zetels tegen 52 voor de Republikeinen. In het Huis van Afgevaardigden zaten de Democraten al eerder in de minderheid, en kalft die minderheid verder af. Nu tellen ze maar 174 afgevaardigden meer tegen 242 voor de Republikeinen. De opkomst voor de midterms was bijzonder laag, amper 38 %. Zonder meerderheid in het Congres (Senaat en Huis) wordt Obama dus een “lame duck”, al is de term vleugellamme buizerd hier allicht beter toepasselijk. Hiermee zit Obama voor de twee resterende jaren van zijn presidentschap in dezelfde positie als George W. Busch tijdens de twee laatste jaren van zijn bewind. Na de midterms van 2006 moest G.W. Bush inderdaad opboksen tegen een Democratische meerderheid in zowel de Senaat als het Huis.

Dat een zetelend president bij de midterms verkiezingen verliest is zeker niet uitzonderlijk. Het overkwam eerder ook Ronald Reagan, vader George Bush en Bill Clinton, maar het is slechts de tweede keer in de recente geschiedenis dat een zetelend president vleugellam wordt gemaakt door een minderheid in beide kamers van het Congres.

Dat de Republikeinen van hun dubbele meerderheid gebruik zullen kunnen maken om Obama’s hervorming van de gezondheidszorg – de fameuze Obamacare – ongedaan te maken zal voor hen quasi-zeker bij een wensdroom blijven. Het was Obama’s grootste verwezenlijking en hij zal altijd zijn vetorecht kunnen inroepen om het terugschroeven te beletten. In de afgelopen maanden hebben de Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden stelselmatig beslissingen van de president tegengehouden. Nu ze ook in de Senaat de meerderheid hebben is Obama wel verplicht om voor een aantal zaken, bijvoorbeeld de handelsakkoorden en de belastinghervormingen, met de Republikeinen samen te werken. Op 5 november 2014 heeft Obama tijdens een persconferentie ook (noodgedwongen) toegegeven met de Republikeinen te willen samenwerken. Maar dat dit met betrekking tot het Irakbeleid iets zou veranderen aan zijn besluit no more American boots on the ground is onwaarschijnlijk, hoe hard de neoconservatieven ook korte metten wensen te maken met de jihadisten van de Islamitische Staat. Tijdens dezelfde persconferentie zei Obama nog: niets aan zijn Irakbeleid te willen wijzigen en dat hij hoopte dat dit ook in 2017, onder de nieuwe president, nog steeds gewerkt zal worden aan een versterking van de binnenlandse veiligheid in Irak.

Kortom het macabere schouwspel van onthoofdingen kan straks nog wel een paar jaar doorgaan. Ondertussen maakte SOHR, de anti-Assad Syrische Organisatie voor de Mensenrechten, die opereert vanuit Coventry bij Londen, dat de jihadisten van IS in drie dagen tijd weer zeventien mensen hebben onthoofd. Het zou gaan om een meerderheid van gevangen genomen Syrische soldaten. Ook zou er één religieuze terechtstelling hebben plaatsgegrepen op 4 november 2014. Alle onthoofdingen hadden plaats in de Syrische provincie Dair as-Saur. De zeventien onthoofdingen haalden trouwens nog nauwelijks het wereldnieuws.

Over het succes van het Amerikaanse optreden in Irak en Syrië liet Obama ondertussen verstaan dat het nog te vroeg is om uit te maken wie er aan de winnende hand is. Maar het oprukken van de troepen van de Islamitische Staat zou in elk geval gestopt zijn. 

Een reactie posten

0 Reacties