BANKENCRISIS VAN 2008 GEVOLG VAN EXCESSIEVE DERIVATENHANDEL EN LIBOR FRAUDE DOOR GROOTBANKEN

Derivatenhandel en libor fraude oorzaak bankencrisis, niet vastgoedbubbel

De bewering dat de bankencrisis van 2008 een gevolg was van het ineenstorten van de vastgoed bubbel mag worden betwijfeld. Bewezen kan het niet worden, maar ook zonder de ineenstorting van de Amerikaanse vastgoedmarkt zou er ook een bankencrisis zijn losgebarsten, en niet enkel in de States, ook in Europa, een Europa dat ijverig had meegewerkt aan het profiteren van het nieuwe derivates banking system. De handel in derivaten werd vanaf 1988 de core business van zowel Amerikaanse als Europese grootbanken. Waar is het dan mis beginnen lopen? Veel wijst erop dat de versoepeling van de Glass-Steagall Act in 1988 het begin is geweest van het verdwijnen van discipline in het internationaal bankieren. Het fameuze libor schandaal dat pas in 2008 in de Wall Street Journal begon uit te lekken en dat vanaf 2012 resulteerde in miljarden dollar settlements voor betrokken grootbanken – zo bleek achteraf – was al in 1991 begonnen zodat de grootbanken tezelfdertijd de grootste fraudeurs waren.

De ellende met het libor schandaal is dat de pers het zo goed als nooit behoorlijk heeft uitgelegd bij het publiek. En toch moet men daarin de diepere wortels zoeken van een bankencrisis die al sinds 1991, bij een verdwijnende bankendiscipline, zat te kankeren en die vanaf de dot-com crisis in 2000 in een stroomversnelling is geraakt. Dat de kwaadaardige etterbuil pas in 2008 open sprong, toen de vastgoedbubbel uiteenspatte, mag oorzaak en gevolg met elkaar niet laten verwarren. De ontploffende vastgoedbubbel was duidelijk weinig meer dan een zichtbaar begeleidingsverschijnsel, maar onderhuids ondermijnde de derivatenhandel (zo goed als oncontroleerbaar voor de toezichthouders) en de manipulatie van de libor rentestand. Ik doe een poging om de libor fraude begrijpelijk uit te leggen. De libor, afkorting van de London Interbank Offered Rate, is zowat de belangrijkste rentegraadmeter van de financiële wereld. Voor 10 verschillende valuta en 15 wisselende termijnen (van overnight tot één jaar) worden dagelijks, rond 11 uur London time door minstens 8 tot maximum 18 representatieve banken (panelbanken) wisselkoersen en rentes meegedeeld aan de BBA in Londen (British Bankers’ Association). Het gaat hier om de wisselkoersen en rentevoeten die zij voor de lopende dag verwachten bij interbancaire transacties. Daarvan laat men het kwart hoogste en het kwart laagste waarden vallen, en berekent men een gemiddelde voor de resterende cijfers. Die gemiddelden worden dan om 11h30 door Thomson Reuters in London City gepubliceerd. Het systeem werd ingevoerd in de jaren 1980 in een poging om de interbancaire handel beter te structureren.

De gepubliceerde cijfers hebben een rechtstreekse invloed op zulke bankproducten als opties, futures en swaps. Naarmate de handel in bankderivaten exponentieel steeg kon het minste verschil in een medegedeelde rentestand, ook bij een honderdste punt verschil, gevolgen hebben die zich in miljoenen euro laten vertalen. Men moet voor ogen houden dat de handel in bankderivaten tussen december 1998 en december 2012 steeg van 78.000 tot 610.000 miljard dollar. Dat laatste schrijf je als $ 610.000.000.000.000 en is meer dan acht keer hoger dan het BNP van de hele wereld, dat door het IMF eind 2013 werd geschat op 74.699 miljard dollar.

De panelbanken kunnen er dus profijt uit halen als ze na onderlinge afspraken beslissen een hogere libor dan de werkelijke mee te delen omdat een hogere rente ervoor zorgt dat ze meer kunnen verdienen uit inkomsten van leningen of hypotheken. Maar dat interesseert ze minder, want dat was de oude stijl van bankieren. Als ze een lagere libor meedelen dan de werkelijke dan kunnen ze dat gebruiken om te laten uitschijnen dat ze er beter aan toe zijn dan ze in werkelijkheid zijn. Het suggereert dan dat ze voldoende geld op de rekening hebben staan vermits banken dan goedkoop aan elkaar kunnen lenen. Maar naarmate de handel in derivaten belangrijker werd konden ze vooral profijt halen uit een ondergewaardeerde libor omdat ze dan minder geld moeten uitgeven aan CDS’s, dus aan uitstaande renteswaps. Om dit te begrijpen moet eerst worden uitgelegd wat een renteswap is en hoe die veranderde uit de tijd van het huisbankieren naar de tijd van het bankieren in derivaten.

Renteswaps werden bedacht om de klant bij hypotheekleningen van de voordeligste rente te kunnen laten genieten. Vitrivious Consultancy, een Nederlandse consultent bij hypotheekleningen omschrijft het als volgt: “Stel uw organisatie wil de komende jaren gaan investeren en heeft hiervoor een financiering nodig. In de huidige markt is het niet eenvoudig om een langlopende lening tegen een lage vaste rente te verkrijgen. U bent gedwongen om kortlopend (3 à 5 jaar) te lenen tegen een variabele rente. Het probleem met deze variabele rente is dat u het risico loopt dat  de rente gaat stijgen. Dit zal de nodige impact hebben op de exploitatiekosten. Om dit risico af te dekken en de zekerheid van een vaste rente te creëren is het mogelijk om een renteswap te sluiten. Met een standaard renteswap ‘ruilt’ u het risico van een stijging van de kortlopende variabele rente met een andere partij tegen betaling van een vaste rente. Uiteraard is ook het omgekeerde mogelijk, namelijk dat u een vaste rente ruilt tegen een variabele rente. Vaak zit de bank daar tussen. U sluit dan een overeenkomst met de bank waarbij u gedurende een bepaalde periode de betaling van de variabele rente ruilt tegen betaling van een vaste rente. Netto betaalt u dan de vaste rente plus een opslag aan de bank en ontvangt u de variabele rente terug van de bank. Als de variabele rente stijgt, dan is dit een mooie constructie aangezien u op grond van de renteswap een hogere variabele rente van de bank ontvangt, dan de vaste rente die u aan de bank moet betalen. Het wordt echter vervelend als de variabele rente die u van de bank ontvangt, daalt. In dat geval moet u de hoge vaste rente op grond van de swap betalen, terwijl u daar een lage variabele rente voor terug ontvangt. Daarnaast speelt het volgende risico. Bij het aangaan van de renteswap worden er afspraken gemaakt tussen u en de bank over het hoogst toegestane verschil tussen de variabele en de vaste rente. Er wordt een drempel, oftewel een zogenaamde ‘threshold’ afgesproken die niet overschreden mag worden. Indien de threshold toch overschreden wordt, dan moet uw organisatie liquide middelen bijstorten als zekerheid om aan de betalingsverplichtingen van de swap te kunnen blijven voldoen. Dit heet een zogenaamde ‘margin call’. De bijstorting van de liquide middelen vindt plaats op een aparte rekening. Op het moment dat het verschil tussen de variabele rente en de vaste rente weer kleiner wordt dan de afgesproken threshold, dan worden de liquiditeiten teruggestort.”

Eens het bankieren in derivaten algemene regel werd, werd het systeem herdacht, zodat er aan renteswaps enorme bedragen konden worden aan verdiend. Het is bijvoorbeeld hierdoor dat Dexia in België en Vestia in Nederland in grote moeilijkheden zijn gekomen. Er konden immers renteswaps afgesloten worden zonder enige onderliggende (lange-termijn) financiering, dus bij wat men een open positie noemde. Het werd voor banken dus mogelijk om door het innemen van een positie in een renteswap te speculeren op toekomstige renteschommelingen. Als ze verwachtten dat op lange termijn de rente zal stijgen boven de ingenomen positie (bijvoorbeeld 3 procent vaste rente) dan kunnen ze een speculeren op een hogere (variabele) rente. Als die rente effectief stijgt dan krijgen ze van de bank met wie geruild wordt meer variabele rente dan ze vaste rente moeten betalen. Speculeren ze fout en wordt de afgesproken threshold overschreden dan moeten er liquiditeiten worden bijgestort onder de vorm van margin calls. De ellende met Dexia en Vestia was dat ze swapcontracten voor zeer lange termijn kochten (zelfs tot veertig jaar bij Dexia) en dat ze à la hausse op de rentevoet speculeerden, terwijl die tot een historisch laagtepunt daalde, zodat er voortdurend nieuwe liquiditeiten voor de margin calls nodig waren.

Als panelbanken nu, na onderlinge samenspraak, een lagere libor opgaven dan in werkelijkheid dan konden zij massaal geld verzamelen van margin calls omdat bij swapcontracten de threshold zogezegd was overschreden, terwijl ze dat in werkelijkheid niet was. Grootbanken bedotten daarmee kleinere banken overheidsinstellingen, bedrijven en klanten – vaak ook kleinere banken – die met hen renteswaps hadden afgesloten waarbij ze een variabele rente (sterk afhankelijk van de opgegeven libor) tegen een vaste rente uitwisselden. Bij een lage rente moesten de bedotte tegenpartijen immers telkens geld bijleggen. Op soortgelijke manier werden ook houders van swaptions, van OIS’s (overnight indexed swaps), van forwards en van rentefutures een kwarteeuw lang bedot.  Ook de dollar en de yen hebben grote schade ondervonden van de libor manipulatie door de panelbanken. De euro had er niet rechtstreeks last van omdat die over een eigen Euribor systeem beschikt met trouwens veel meer dan 18 panelbanken. Als men bedenkt dat de libor rechtstreeks invoed heeft op ondertussen meer dan 800.000 miljard dollar in omloop zijnde leningen en derivaten (cijfer van de Wall Street Journal; 380.000 miljard dollar volgens Forbes) beseft men onmiddellijk dat de libor fraude ongetwijfeld de grootste fraude uit de hele bankgeschiedenis is. Daarmee vergeleken was de fraude van Bernard Madoff, amper 45,8 miljard dollar, een lachertje. Het ponzi systeem dat hij opzette kostte hem tussendoor 150 jaar celstraf, en zonder ongelukken komt hij op 14 november 2139, een goed half jaar na zijn 201ste verjaardag al weer vrij. Zo lang moeten de aanstekers van de libor fraude op hun vrijlating niet wachten, vermits ze na een settlement met hun tegenpartij(en) vrij blijven.

Van de 18 panelbanken bereikten er al vier een vergelijk. De Britse Barclays Bank als eerste voor 453 miljoen dollar op 26 juni 2012. Aan de top van de bank dienden CEO Marcus Agias en chief-executive Bob Diamond un ontslag in. Ook de Zwitserse bank UBS aanvaardde op 17 december 2012 een vergelijk met de Amerikaanse, Britse en Zwitserse overheid in ruil van vrijstelling van vervolging. Bloomberg spreekt van 1,5 miljard dollar. In crininele zaken eiste de aanklager uitlevering van drie Zwitserse traders. De Britse Royal Bank of Schotland sloot op 1 juni 2013 een vergelijk met de Britse en Amerikaanse overheid van 615 miljoen dollar (Forbes). De Nederlandse Rabobank sloot op 28 oktober 2013 een vergelijk met de Amerikaanse, Britse, Japanse en Nederlandse overheid van 1,07 miljard dollar (Wall Street Journal). CEO Piet Moerland, een vroegere academicus die steeds corporate governance verdedigde stapte uit eerlijke schaamte op en werd vervangen door Rinus Minderhout. In juli 2014 kreeg de Britse Lloyds van de Amerikaanse en Britse regulator een boete opgelegd van 370 miljoen dollar voor valse informatie. Er wordt nog steeds gewacht op een vergelijk met Deutsche Bank die tussen 2012 en 2014 liefst 7,8 miljard euro opzij zette voor allerlei boetes en schikkingen. De bank blijft ontkennen te hebben meegedaan aan de libor fraude, maar moest wel toegeven dat het enkele personeelsleden verdacht. Insiders verwachten dat Deutsche Bank bij een vergelijk ettelijke honderden miljoenen dollar zal moeten ophoesten.

De Europese Commissie kondigde in december 2013 aan dat zes financiële instellingen zouden worden vervolgd omdat ze kartelafspraken maakten met betrekking tot de libor wisselkoers van de yen. Hier bracht Barclays Bank de bal aan het rollen. Daarbij kon UBS een boete van 2,5 miljard euro ontlopen omdat het in deze materie eveneens voor klokkenluider speelde. Om soortgelijke redenen kon Citigroup een boete van 55 miljoen euro ontlopen, maar niet een boete van 70 miljoen euro in een andere aangelegenheid. De andere boetes waren 260 miljoen euro voor de Royal Bank of Schotland (RBS), 259 miljoen euro voor Deutsche Bank, 80 miljoen euro voor JP Morgan en 247.000 euro voor broker RP Morgan. Drie banken die ook de Euribor manipuleerden kregen daarvoor boetes opgelegd van de Europese Commissie: Deutsche Bank 506 miljoen euro, Société Générale 485 miljoen euro en RBS 142 miljoen.

Beursspecialisten zijn van oordeel dat de tot nog toe geïnde bedragen afkomstig van boetes en van settlements slechts een peulschil zijn van wat bewuste banken een kwart eeuw lang aan de libor fraude hebben verdiend. Het betreft hier wel enkele van de grootste banken in Europa en in de Verenigde Staten die er dus niet voor terugdeinsden hun eigen klanten te bedotten. En dan wordt van de burger verwacht dat hij vertrouwen in zijn grootbank heeft op het eigenste moment dat die blijk geeft van een totaal gemis aan discipline. Het is dat gemis, gedreven door de graaicultuur van bankiers en van de torenhoge bonussen, dat al lang voor 2008 een bankencrisis onafwendbaar maakte.

Voor grafiek, zie Cloot, Ivan van de — (2014), op.cit., p. 106. De auteur overdrijft wel als hij het heeft over “een tienvoud van de wereldproductie aan goederen en diensten”. Hij bedoelde allicht een tienvoud van alle geproduceerde toegevoegde waarde in de wereld, niet van de totale productie die, gezien de intersectoriële productie, meer dan het dubbel van het wereld BNP bedraagt. Maar ook dan is een “tienvoud” een te ruwe schatting, het gaat concreet om 8,17 keer het wereld BNP.

Een reactie posten

0 Reacties