De power elite tracht de wereld te overtuigen (2002-2003)
Op 11 oktober 2002 kreeg de Amerikaanse power elite het gemakkelijk gedaan dat het Congres instemde met een oorlog tegen Irak. Een groter probleem was wel hoe de oorlog verkocht te krijgen aan de Veiligheidsraad. Want daar liggen de traditionele bondgenoten van Irak, China met Tang Jiaxuan en Rusland met Igor Ivanov, dwars en laat ook hun Franse ambtgenoot van Buitenlandse Zaken, Dominique de Villepin, horen dat hij in de Veiligheidsraad gebruik zal maken van zijn vetorecht mocht Bush toch van plan zijn een nieuwe oorlog te ontketenen. Het is onwaarschijnlijk dat die drie ministers louter gedreven zijn door solidariteit met de dictator, want de drie landen hebben zware olie–contracten lopen in Irak.
Op 3 april 1991 had de Veiligheidsraad met 12 stemmen tegen 1 en onthoudingen van Rusland en China resolutie 687 goedgekeurd waarbij Irak verplicht werd al zijn chemische, biologische en ballistische wapens (met een reikwijdte van boven de 150 kilometer) te vernietigen. Ook moest Irak instemmen geen nucleaire wapens aan te maken en geregeld VN inspecteurs toelaten controle uit te oefenen. Op 31 oktober 1998 trok Irak zijn toestemming om nog VN controles op zijn grondgebied toe te laten in. Daarop begonnen de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk Operation Desert Fox waarbij verschillende doelwitten in Irak worden gebombardeerd. Op 17 december 1999 aanvaardde de Veiligheidsraad unaniem resolutie 1284, het inspectieprogramma van UNSCOM (onder leiding van Hans Blix) en van UNMOVIC (onder leiding van Mohammed el-Baradei). Van dit alles trekt Saddam Hussein zich niets aan tot op 8 november 2002 de Veiligheidsraad unaniem resolutie 1441 goedkeurt.
Deze keer is het echt menens en kan het regime de resolutie niet langer naast zich neerleggen. De belangrijkse maatregelen kunnen als volgt worden samengevat: (1) Niet later dan 15 november moet Irak bevestigen dat de resolutie zal worden opgevolgd; (2) Tegen 8 december moet Irak bekend maken waar het welke biologische, chemische en nucleaire wapens aanmaakt; (3) Ten laatste tegen 23 december moeten de VN wapeninspecteurs hun onderzoek kunnen beginnen om er zestig dagen later voor de Veiligheidsraad een rapport van te maken; (4) De inspecteurs mag nergens de toegang worden geweigerd, ook niet in de presidentiële paleizen; (5) De inspecteurs moeten iedereen vrij kunnen ondervragen; (6) Elke aanwijzing dat Irak niet meewerkt aan de ontwapening moet onmiddellijk worden gerapporteerd aan de Veligheidsraad. Als de resolutie niet punctueel wordt opgevolgd zijn militaire sancties toegelaten.
Voor de naar oorlog snakkende neocons die president, vicepresident en Defensieminister zijn – dus George W. Bush, Dick Cheney en Donald Rumsfeld – en voor hun directe entourage – Paul Wolfowitz en Richard Feith (de gedeputeerde onderminister- en onderminister van Defensie), generaal Tommy R. Franks (de CENTCOM commander), Colin Powell (de minister van Buitenlandse Zaken, wiens stoel begint te wankelen), Karl Rove (strageeg van de president en professor aan de Universiteit van Texas) en George J. Tenet (vroegere CIA directeur) – voor deze eminente groep van global leaders (van wie enkel Powell niet écht tot de power elite behoort) dus, zijn er slechts twee kansen dat ze op basis van resolutie 1441 een oorlog in Irak kunnen beginnen, namelijk (1) of Saddam Hussein weigert alle medewerking, (2) of er worden daadwerkelijk massavernietigingswapens (WMD) gevonden. De tijd dringt want Halliburton heeft al een contract voor de wederopbouw en de oorlog is nog steeds niet begonnen. Een eerste tegenslag is dat Hussein de voorschriften van de resolutie wel opvolgt, een tweede dat noch Blix, noch el-Baradei ook maar het minste spoor vinden van nieuwe chemische wapens, laat staan nucleaire wapens. Hierdoor komen de acht global leaders (en hun aanhangsel Powell) in ernstige problemen want ze hadden petroleumbedrijven toegezegd dat ze Hussein van de troon zouden stoten zodat goedkope Iraakse aardolie opnieuw in dollars zou kunnen worden betaald, niet langer in euro.
Volgens de gereputeerde Amerikaanse journalist Sidney Blumental wist de CIA minstens al van september 2002 dat er in het geheel geen WMD in Irak te vinden waren. Hierover had Naji Sabri, die minister van Buitenlandse Zaken was in Irak, maar die zich door de Franse Militaire Veiligheid als agent liet betalen, genoeg details doorgespeeld aan de Fransen: de biologische en chemische wapens die in Irak opgestapeld lagen dateerden nog allemaal uit de tijd van de Eerste Golfoorlog en er was nergens een nucleair wapenarsenaal want behalve verarmd uranium dat werd gebruikt voor de versteviging van metalen had Irak in het geheel geen wapenklaar uranium U235. Op 18 september 2002, aldus Blumental, heeft George Tenet president Bush daarover ingelicht.
Blind blijven hopen op een Tweede Golfoorlog
Op 8 oktober 2002, drie dagen vóór het Congres de Irakoorlog goedkeurt, verspreidt Tenet in een geheime vergadering van de Senaat het gerucht dat Irak met alle gemak de Oostkust van de Verenigde Staten kan aanvallen. De CIA zou gevonden hebben dat Hussein drones heeft, geladen met gifgas, die hij boven Amerikaans grondgebied kan loslaten. Dit is een kolossale leugen. Pas eind 1998 heeft Boeing plannen om militair inzetbare UAV (drones) te produceren. Aan de economen Vinay Datar en Scott Mathews wordt gevraagd de reële optiewaarde van zo’n investering van 372 miljoen dollar te berekenen, er rekekening mee houdend dat de eerste UAV pas over zeven jaar kunnen klaar zijn. Tenet liegt de Senaat dus koudweg voor dat het regime in Irak jaren voorsprong zou hebben op de Amerikaanse technologie.
Op 20 november 2002 – VN resolutie 1441 is dan amper twaalf dagen oud – komt Bush naar een NAVO conferentie in Brussel en vertelt hij er dat, zou Hussein niet ontwapenen, Amerika dit wel zal doen als leider van een coalition of the willing. Voorlopig zijn het Verenigd Koninkrijk, Polen, Spanje en Italië de enige landen die daar interesse voor betonen.
Op 8 december 2002 levert Irak de VN inspecteurs een 12.000 pagina lang dossier met daarin alle gegevens wat waar opgeslagen ligt. Op 27 januari 2003 leveren Blix en el-Baradei hun eerste wapenrapport af bij de Veiligheidsraad. Het onderzoek vordert traag maar voorlopig wijst niets er op dat Irak nog steeds bezig zou zijn met de aanmaak van chemische of biologische wapens. Een tweede rapport wordt verwacht tegen 17 februari. Op 5 februari 2003 presenteert Colin Powell, de Amerikaanse Buitenlandminister, in de Veiligheidsraad een rapport dat moet bewijzen dat Irak weldegelijk WMD bezit. Het rapport is integraal gesteund op informatie die Tenet hem doorstuurde. Natuurlijk, aldus Powell, kunnen Blix en el-Baradei niets vinden, de chemische en biologische wapens zitten in grote metalen cilinders die zich bevinden in mobiele militaire laboratoria waar aan het Irakese wapenprogramma verder wordt gewerkt. Powell laat satellietfoto’s van grote trucks zien, licht met tekeningen toe hoe die er langs de binnenkant uitzien en voegt eraan toe dat Al Qaida in Irak bezig is met het uitwerken van een nucleair programma. Ook laat hij bandopnames horen van gesprekken tussen Irakese militairen. Noch Frankrijk, noch Rusland, noch China laten zich overtuigen omdat de bewijzen waarmee Tenet zijn loopjongen Powell heeft opgezadeld doodgewoon niets bewijzen. Enkel Tony Blair is razend enthousiast, volgens hem legde Amerika klinkende bewijzen op tafel.
Op 14 februari 2003 – als er al troepenbewegingen in de richting van het bevriende Saoedi-Arabië aan de gang zijn – presenteren Blix en El-Baradei hun tweede wapenrapport in de Veiligheidsraad. Weer moet er worden toegegeven dat er noch biologische-, noch chemische-, noch nucleaire wapens werden gevonden, en dit na meer dan 400 inspecties. Wel werden er al-Samoud-raketten gevonden met een reikwijdte van meer dan 150 kilometer en mochten slechts drie deskundigen worden ondervraagd. De Amerikanen en de Britten dringen aan op militair ingrijpen. Duitsland, dat nu voorzitter is van de Veiligheidsraad, sluit zich aan bij Frankrijk, Rusland en China en vraagt dat de inspecties worden verder gezet.
De Tweede Golfoorlog en de Nieuwe Wereldorde
Binnen de power elite werd afgesproken dat 10 maart de ultieme datum is om met de steun van de Britten een oorlog tegen Irak te beginnen. Op 24 februari 2003 dienen de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Spanje een voorstel van resolutie (de “oorlogsresolutie”) in om Irak met militair geweld te ontwapenen omdat het resolutie 1441 en tien vorige resoluties heeft geschonden. Frankrijk, Duitsland, Rusland en China verzetten zich. Frankrijk dient een tegenvoorstel van resolutie in om de inspecties te verlengen. Op 7 maart 2003 – als de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk al 200.000 militairen, 150.000 Amerikaanse en 50.000 Britse, naar de regio aan het sturen zijn – stellen Blix en El-Baradei hun derde wapenrapport voor in de Veiligheidsraad. Ondertussen zijn, samen met de grootste hoeveelheid Scud raketten, ook al 34 al-Samoud-raketten vernietigd en kunnen de inspecteurs de deskundigen zien wie ze willen. Resolutie 1441 is dus in geen enkel opzicht meer geschonden. Nog steeds werden geen WMD, geen chemische of geen biologische wapens gevonden. Wat er nog aangetroffen werd was antrax en zenuwgas dat nog voor de Eerste Golfoorlog was aangemaakt. Voor de neutrale waarnemer wordt het nu wel duidelijk dat Irak in het geheel geen nieuw wapenprogramma heeft. Enkel president Bush en zijn power elite, met in hun spoor premier Blair eerder als een schoothondje dan als padvinder, weigeren de evidentie toe te geven. Nog dezelfde dag past de Amerikaanse power elite zijn “oorlogsresolutie” aan en krijgt Saddam Hussein nog tot 17 maart om zijn WMD (die hij duidelijk niet heeft) aan de VN-inspecteurs te overhandigen. De Verenigde Staten worden daarbij in de Veiligheidsraad (15 leden) enkel gesteund door het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Bulgarije. Dominique de Villepin dreigt ermee dat Frankrijk gebruik zal maken van zijn vetorecht mocht de Veiligheidsraad een nodeloze oorlog in het Midden-Oosten goedkeuren. Igor Ivanov laat doorschemeren dat Rusland hetzelfde zal doen. China lijkt geen veto te zullen uitspreken, maar zal bij een stemming, net als voorzitter Duitsland en als Syrië, ongetwijfeld tegen stemmen. De zes overige leden (Mexico, Pakistan, Chili, Angola, Kameroen en Guinee) hebben nog niets beslist, maar van hen verwacht de Amerikaanse power elite geen steun meer, zeker nadat pogingen om Kameroen en Guinee met economische voordelen te overhalen de zijde van de VS te kiezen mislukken.
Hierdoor komt de power elite in erg nauwe schoentjes te staan nu het onmogelijk lijkt de gedane beloften aan Halliburton, Carlyle Group, Enron en Unocal na te komen, terwijl er al 150.000 Amerikaanse militairen op weg zijn richting SaoediArabië. Op zondag 16 maart 2003 hebben Bush en Blair op de Azoren een topontmoeting in aanwezigheid van de Spaanse premier José Maria Aznar. Als de Veiligheidsraad weigert de Amerikanen en de Britten te steunen dan moeten beide staten maar het zelfbeschikkingsrecht inroepen aangezien Irak een reële (sic) bedreiging is voor hun bevolking (bedreiging waarmee, met Scud raketten die honderd kilometer verder nog geen doel weten te treffen?) In de nacht van 17 maart 2003 verstuurt president Bush een ultimatum aan het adres van Saddam Hussein: hij en zijn zonen Oedai en Koesai moeten Irak binnen de 48 uur verlaten, zo niet behoudt Amerika het recht om met de hulp van de coalition of willing forces Irak binnen te vallen op een willekeurig tijdstip. Bush herhaalt dit in een tvtoespraak uit het Witte Huis.
Deze daad is een keerpunt in de wereldgeschiedenis. In amper elf dagen tijd is de wereld opeens compleet veranderd. Een wereldorde die bijna zestig jaar lang werd beheerst door het Handvest van de Verenigde Naties van 1945 wordt door één mannetje, meelopend aan de hand van een onzichtbaar gewaand militair-industrieel complex, omver gegooid. Vanaf nu kunnen staten oorlog voeren zonder toestemming van de Veiligheidsraad, zonder toestemming van de VN. Dat het land met de oudste democratie ter wereld, Engeland, zich daarbij aansluit, dankt het enkel aan de slaafsheid waarmee Tony Blair slippendrager van de Amerikaanse power elite speelt. In volle postmoderniteit, gekend door een toegenomen onzekerheid (kan ik straks de hypotheek op mijn woning nog betalen? Is mijn vrouw er niet van onder met een ander nu ze vast werk heeft? Zitten mijn kinderen niet achter mijn rug aan de drugs? Kan ik ’s nachts nog veilig de straat op?), is er nu een levensgrote politieke onzekerheid bij gekomen: voortaan beslist de Amerikaanse power elite autonoom tegen wie en waar en waarom er oorlog gevoerd mag worden, over de hoofden van alle burgers heen.
0 Reacties